Mijn Japanse tuin is geispireerd op een 'theetuin': Chaniwa
Deze stijl is ontwikkeld rond 1573-1600. De nadruk ligt op het (berg-)pad en de gang naar, het in natuurlijke materialen gebouwde, theehuisje. Als je door de tuinpoort de omsloten tuin binnengaat kom je letterlijk een andere 'verstilde' wereld. Waardoor de aandacht word afgeleid en de dagelijkse beslommeringen vervagen. Het miegakure - effect- niet alles in een keer laten zien - helpt mee de geest af te leiden. En zo kom je in de juiste stemming, om met gasten in een harmonische sfeer, thee te drinken. In de vorm van een theeceremonie.
De natuurlijke stijl is verbonden aan de wabi-sabi levensfilosofie. Geïnspireerd op de eenvoud en het imperfecte.
Zie voor gedetailleerde informatie mijn blog
Ten tijde van de Samurai werden verstoorde relaties beslecht in deze theetuinen middels zo'n theeceremonie. De theehuisjes hadden een kleine deuropening zodat iedereeen, ongeacht rang of stand, eerst moest buigen als symbool van gelijkwaardigheid.
Japanse tuinen zijn er in verschillende stijlen en maten. Van streng gestileerde grindtuinen, meer natuurlijk ogende theetuinen en kleine mini binnentuintjes.
En Japanse tuin kan groot en landschappelijk zijn maar ook een kleine binnenplaats is heel geschikt voor een tuin in de Japanse stijl
Er wordt veel gewerkt met symboliek. Een grote steen op het pad kan staan voor een obstakel in het leven maar ook symbool staan voor een rustplek in het leven.
Heldere belijning, sobere aanplant en een uitgekiende compositie geven een Japanse tuin de verstilde sfeer.
De Japanse tuin is overwegend groen. Meestal met weinig of subtiel bloeiende planten. Behalve de uitbundige bloei in het vooraar van o.a. de kersenbloesems en de azalea's.
De nadruk ligt op het blad en de subtiele variaties van groen grijs en aard- en grijstinten. waarbij mos en algengroei een belangrijke sfeerversterker zijn.
Er wordt meestal gekozen voor bomen met een klein blad. Dit versterkt het perspectief waardoor je een soort verkleining van het landschap krijgt.
Er is een balans tussen groenblijvende planten en bladverliezende planten. Zodat de tuin het hele jaar groen is. Planten worden vaak bewust gekozen om de mooie herfstkleuren. Zoals de Japanse esdoorns, Ginko Biloba, Kornus Kousa.
De kunst is om de Japanse tuin er elk seizoen interessant uit te laten zien.
Verrassende doorkijkjes zorgen er voor dat de tuin groter lijkt omdat er meer te ontdekken valt.
Onmisbaar is een waterelement in de vorm van een vijver of een Japanse waterschaal TSUKUBAI. Ook het 'geluid' van stromend water versterkt de sfeer in een Japanse tuin.
Toepassing van 100% natuurlijke materialen als: bamboe, onbewerkt hout, stenen, riet, voor hekken, poorten, bruggen, paden.
Evenwicht tussen beplanting, paden, steengroepen, paden, mos vlakken.
Toepassing van asymmetrie als hoofdmotief voor het tuinontwerp. Oneven aantallen voor o.a. steengroepen en planten, ogen natuurlijker.
Snoei is belangrijk om te zorgen voor compacte groei en heldere belijning en zichtlijnen.
Gebruik van ornamenten als waterschalen, granieten lantarens, waterklokken, versterken de sfeer. Overdaad is af te raden. Het is mooier als je bijvoorbeeld maar 1 lantaren tegelijk kunt zien. Minder is meer!
De Japanse tuin is een stilering en het comprimeren, door miniaturisering, van het natuurlijke landschap.